Bladmuziek

Muzikale handreiking - December 2011

bladmuziek met potlood

Beste organist (e) De componist van de maand december is niet heel bekend geworden. Misschien dat een paar orgelliefhebbers de variaties over een Russisch volkslied wel eens hebben gehoord. (opgenomen op CD JQZ 98034). Maar dat deze Amerikaanse organist ook in Berlijn heeft gestudeerd en werken voor koor heeft geschreven, is waarschijnlijk voor de meesten nieuw.

De compositie begint met het “theme” – het koraal. Wij kennen dit koraal als “O hoe heerlijk, hoe begeerlijk”. Thayer schrijft zelf: “senza ped.”, zonder pedaal. In dat geval is het raadzaam om het klein te spelen, bijvoorbeeld met een Prestant 8’. Maar een mooie Hollandse combinatie (8’,4’,3’ eventueel c.f. met Cornet) kan ook prima. En zo zijn er nog meer mogelijkheden te noemen.

Bij variatie 1 is het raadzaam om de beide klavieren niet te veel van elkaar te laten verschillen. Het tweede manuaal iets zachter dan het eerste. Zelf denk ik aan de fluiten 8’ en 4’.

Variatie 2 is waarschijnlijk lastig te realiseren op veel pijporgels omdat de hoogste noot een a’’’ is. Maar door de RH met een fluit 4’ te spelen – en dan een octaaf lager – komen we in heel eind in de buurt. Op een Johannus-orgel heeft u hier natuurlijk geen last van. De componist schrijft voor de LH een “oboe”. Dat kan ook prima mits deze heel zacht is en in een zwelkast is geplaatst. Anders zijn strijkers een prima alternatief.

Variatie 3, de finale, vergt enige pedaalstudie. Maar dan krijg je ook echt iets terug. Hoe lang de akkoorden in het manualen mogen duren zou ik af laten hangen van de akoestiek in uw ruimte of van de hoeveelheid galm die u op uw Johannus orgel instelt. Hoe minder aanwezig, des te langer de akkoorden.

Zoals u hebt kunnen horen op het geluidsfragment heb ik de herhalingen weggelaten. In Nederland kennen wij deze melodie namelijk ook zonder herhaling.

Vanaf deze plaats goede Kerstdagen toegewenst.

André van Vliet