Johannus

Bezieling moet je delen

Monarke-orgel in Koepelkerk Maastricht sluit naadloos aan op mentaliteit kloosterorde.

De Koepelkerk van Maastricht, ook wel de Heilig Hart van Jezuskerk genoemd, beschikt sinds enkele maanden over een hybride Monarke-orgel van Johannus. “Toen een internationaal bekende organist hoorde dat er een 32-voeter op het orgel kwam, ging hij bijna door het plafond.”

Jozeph van der Leegte is samen met zijn vrouw zeer betrokken bij het reilen en zeilen van de Maastrichter Koepelkerk. Tijdens zijn werkzame leven, was hij, zoals hij het zelf zegt, “een simpele ingenieur en bedrijfseconoom”, maar na z’n pensionering achter de geraniums zitten, nee, daar had hij geen trek in. “Ik ben nu 88 jaar en ik werk nog minstens 88 uur per week voor de Koepelkerk. Vooral mijn vrouw is helemaal bezeten van het gebouw. Van buiten is het een grote, sombere steenmassa, maar van binnen is-ie zo overvallend mooi.”

Het echtpaar Van der Leegte trekt ten dienste van de lokale katholieke gemeenschap veel samen op. Zo maken ze samen het parochieblad, verzorgen ze publicaties over activiteiten in de kerk, plannen ze de diensten en muziekuitvoeringen, kondigen de celebranten aan, en helpen ze bij de financiële huishouding.

Voor één euro verkocht

De Koepelkerk werd een jaar of tien geleden voor één euro aan de parochie van Maastricht verkocht. Dat heeft natuurlijk een verhaal. En dat verhaal gaat zo. Bijna een eeuw geleden liet een groepje paters een ontwerp tekenen voor een kerk, die ze konden gebruiken als kapel. Het gebouw viel een beetje groot uit en werd uiteindelijk in 1953 voltooid. Toen eerst de lagere school van de paters verdween en later de paters zelf ook, stond de Koepelkerk er een beetje onbeholpen bij. Niemand meer die in de kapel zou bidden. Wat nu?

De parochie van Maastricht had wel oren naar het godshuis en kon het na niet al te veel onderhandeling voor een symbolisch bedrag overnemen. Met zijn fraaie kunst en bijzondere bouwstijl beschikt de geloofsgemeenschap volgens Van der Leegte nu over de mooiste kerk van heel Limburg. “En het grappige is: we zijn de rijkste en de armste parochie tegelijk. Rijk natuurlijk vanwege het prachtgebouw, maar arm vanwege de hoge onderhoudskosten die het gebouw vergt.”

Dat is niets te veel gezegd. De laatste jaren, zegt Van der Leegte, is voor dik een half miljoen euro geïnvesteerd in een grondige restauratie. De kapel werd gemoderniseerd, de glazen ramen zijn vervangen door glas-in-lood, de muurschildering van kunstenaar Henri Jonas werd onder het stof vandaan gehaald en het kruisbeeld van Johannes en Maria, bovenin een donkere nis, is nu mooi verlicht. “Ja, de kerk is echt van begin tot eind een schoonheid. De kapel is een veel gevraagde locatie voor moderne huwelijken en uitvaarten.”

Kritiek op ontwerp

Dat de Koepelkerk wat minder bekend is bij toeristen, heeft ongetwijfeld te maken met de concurrentie van de Sint Servaasbasiliek. Maar, denkt kerkbestuurder Willem Wolters van de Koepelkerk, het zal ook wel een beetje aan de locatie liggen. “We zitten vrij centraal, achter het station, maar liggen niet echt in de loop. Daar komt bij dat er aanvankelijk veel kritiek was op het ontwerp. De kerk is gebouwd in de Amsterdamse stijl, een beetje art deco gecombineerd met andere 20e-eeuwse, typisch Nederlandse stijlen. Ontwerpen en bouwen in beton was uniek voor die periode, en als je het mij vraagt, zijn ze er heel goed in geslaagd. Toen men in 1921 begon met bouwen, klaagden veel mensen dat ze het in de verste verten niet op een kerk vonden lijken. Maar omdat de kloosterorde de opdrachtgever was, kon de bouw toch worden voortgezet. De architecten waren goed ingevoerd in jonge Limburgse kunstenaars van die tijd, en die hebben ze dan ook volop kansen gegeven. Denk aan namen als Henri Jonas, Charles Eyck en Marianne van der Heijden. En het doorzettingsvermogen van de architecten heeft ze geen windeieren gelegd: de Koepelkerk is vandaag een rijksmonument.”

Aya Sofia

Volgens Van der Leegte is de Koepelkerk “een kleine uitgave van de Aya Sofia”, zoals een voormalige kathedraal in Istanbul heet. “Hij lijkt er wel een beetje op. Het is een grote achthoek met een koepel erop en zonder pilaren. De kerk heeft wel zijbeuken, maar die staan allemaal in dezelfde grote ruimte. En wat wel bijzonder is: onze kerk herbergt de grootste verzameling Limburgse religieuze kunst ter wereld.”

Behalve voor de kunst komen er gelukkig ook nog parochianen naar het godshuis, zegt Van der Leegte. “De ontkerkelijking gaat Limburg natuurlijk ook niet voorbij, maar elke zondag wonen nog altijd meer dan honderd mensen de eucharistieviering bij. We hebben elke week een andere liturgische insteek. De ene week zingt een gregoriaans koor bovenop de galerij, de andere week staat er een koor uit Duitsland of België op het podium bij het orgel te zingen. Zo wisselen we dat een beetje af.”

Grootste orgel van Zuid-Nederland

Het orgel waarover Van der Leegte het heeft, is een hybride instrument dat Johannus recent heeft opgeleverd. Het oorspronkelijke pijporgel dat er sinds 1956 stond, is verrijkt met extra stemmen, waardoor het nu 55 registers telt, en een derde manuaal. “We hebben nu het grootste orgel van Zuid-Nederland”, zegt Van der Leegte trots. “En er zit een 32-voeter op. Wat dat precies betekent, weet ik nog steeds niet helemaal, maar toen ik een internationale toporganist die hier geregeld speelt vertelde dat die 32-voet eraan zat te komen, ging hij bijna door het plafond. Hij kon het maar nauwelijks geloven.”

Niet alleen beschikt de Koepelkerk met het hybride Monarke-orgel nu over een groter instrument, wat Van der Leegte betreft heeft de kerk ook een orgel met “de best denkbare geluidsweergave ooit” in huis. En hij heeft enig recht van spreken, want hij werkte een groot deel van z’n leven op de geluidsreproductie-afdeling van Philips. “Ik heb meegewerkt aan de ontwikkeling van de eerste high fidelity pick-uparm, die toen de beste reproductie gaf van muziek. En ja, als je dat werk doet, moet je wel een beetje verstand hebben van geluid. Toen ik voor het eerst een Johannus-orgel hoorde, besefte ik meteen: die orgels liggen straatlengtes voor op de concurrentie.”

En daar komt bij dat je sinds een jaar of vijf nauwelijks het verschil meer hoort tussen een elektronisch orgel van Johannus en een pijporgel, voegt Van der Leegte toe. Toen hij een tijdje geleden met de voormalig hoofdorganist van de Sint-Servaasbasiliek en vroegere leraar orgelmuziek aan het conservatorium van Maastricht naar Ede afreisde om de opties voor een nieuw orgel in de Koepelkerk door te spreken, was de betreffende musicus best wel sceptisch over het hybride concept, herinnert hij zich. “Je kon van een pijporgel toch geen elektronisch orgel maken! Maar nadat hij het geluid van Johannus had gehoord, was hij om. Hij zei zoiets als: we moeten accepteren dat de technologische innovaties van de 21e eeuw het mogelijk maken te concurreren met de kwaliteit van historische pijporgels. Het probleem met veel mensen die tegen elektronische orgels ageren, is dat ze als vergelijkingsmateriaal de instrumenten van veertig jaar geleden opvoeren. Tja, dan snap ik wel wat ze bedoelen. Maar zodra ze naar een Monarke luisteren, hebben ze niet eens meer in de gaten dat het een elektronisch orgel is.”

Breder bereik

De geluidskwaliteit levert de Koepelkerk een mooie bijvangst op, zegt Wolters. “Doordat het orgel een veel breder bereik heeft, kan het zowel klassieke als moderne muziek goed ondersteunen. Waar het voorheen vaak op de achtergrond functioneerde, adviseren we koren nu steeds vaker het orgel een wat prominentere rol in de muziek te geven. Of om het te gebruiken in combinatie met een harmonie. Dat leidt tot innovatieve muzikale combinaties, waar veel mensen enthousiast op reageren.”

Recent nog waren er wat buitenlandse organisten in de Koepelkerk, speciaal voor het nieuwe Monarke-orgel, vertelt Wolters. “Ze waren nogal opgetogen over de geluidskwaliteit. Wat ik zelf bijzonder vind, is dat de klanken echt de hele ruimte vullen. Bij het oorspronkelijke orgel kwam het geluid duidelijk vanuit één hoek; de spreiding is nu veel beter.”

Ook kunnen organisten op het hybride orgel veel meer variëren in hun spel, zegt Wolters. “We hebben op ons eigen orgel gekozen voor een Frans-romantische oriëntatie, maar het instrument kent ook allerlei andere klankkleuren, zoals barok of historisch. Die veelkleurigheid past goed bij onze kerk. De kloosterorde die dit gebouw ooit stichtte, was sterk de overtuiging toegedaan dat je bezieling moet delen. Met dit hybride orgel voegen we ons in die traditie. Het is niet exclusief of voor een select gezelschap gebouwd, maar bedoeld om een brede groep mensen te plezieren. Het Monarke-orgel is er voor iedereen.”