Johannus

Het Gezicht van Johannus, afl. 3: Cornelis onderwerpt de orgels aan een minutieuze laatste inspectie

Man in het blauw die aan register van orgel zit en laptop op achtergrond

De klanken van Johannus-orgels zijn over de hele wereld te horen. Van Amerika tot Australië en van Zweden tot Zuid-Afrika. Al die vele duizenden orgels zijn bedacht, ontwikkeld en gebouwd in het hart van Nederland. Middels een serie interviews laten wij u kennismaken met de mensen achter deze prachtige orgels. De mensen die, samen met hun collega’s, Johannus vormen. Graag stellen wij u voor aan: eindtester Cornelis Elzerman.

Eindtester Cornelis Elzerman is de laatste medewerker die een Johannus-orgel onder handen neemt, voordat het wordt ingepakt en de deur uitgaat. “Het is werk dat je heel gefocust moet doen. De orgels moeten foutloos de deur uitgaan, want een defect oplossen als het instrument bijvoorbeeld bij een buitenlandse klant staat, kost veel meer tijd, energie en frustratie.”

Het is een checklist met maar liefst twintig hoofdpunten, onderverdeeld in tientallen subcategorieën die Cornelis dagelijks afwerkt. Is het orgel gebouwd volgens de order/opdracht van de klant? Zijn alle onderdelen correct gemonteerd en aangesloten?  Heeft het orgel de juiste netspanning, inclusief passende stekker, voor het land van bestemming? Heeft het orgel de laatste softwareversie? Kloppen de benamingen van registers? Is de spelling correct? Komt de registertekst overeen met wat het orgel laat horen? Werken alle registers in combinatie met de koppels, tremulant en met het volume en kloppen verder alle andere mogelijke combinatiefuncties? Zijn alle MIDI en Audio in- en uitgangen gemonteerd, aangesloten en functioneren ze? Ontbreken er geen onderdelen of functies?

Op het eindstation waar Cornelis werkt, wordt elk orgel aan een buitengewoon grondige inspectie onderworpen. “Het is werk dat je heel gefocust moet doen. Vooral het gedeelte waarbij je gaat luisteren of het orgel het goede geluid laat horen bij specifieke registers. Zie je wat je hoort en hoor je wat je ziet? Om een voorbeeld te geven:

De hoeveelheid orgelstemmen is per model bepaald, maar een aantal orgels wordt afgestemd op het land waarvoor ze bestemd zijn. Daarbij is oplettendheid geboden. Op mijn checklist zie ik in welke stijl het orgel afgeleverd moet worden. Gaat het om een orgel in Duits-barokstijl, bestemd voor onze oosterburen. Of gaat het orgel naar Frankrijk en betreft het de Frans-symfonische stijl? Op de plek waar een orgel bestemd voor Duitsland een Quintatön 8’ heeft, daar heeft hetzelfde model dat naar Frankrijk gaat een Gambe 8’. Beide zachte registers, maar echt verschillende stemmen met ieder een eigen klankkarakter. Ik weet hoe een Quintatön 8’ en een Gambe 8’ op zo’n orgel klinken. En dat moet dus kloppen.”

 

Liever een keer te veel dan te weinig testen

Het mag misschien voor een buitenstaander een tikje overdreven aanvoelen, maar het belang van deze eindtest is enorm, zegt Cornelis. “Je moet je een situatie voorstellen waarin het orgel aan een klant in Afrika of Azië wordt geleverd en dat daar na een paar weken een storing wordt geconstateerd. Los van het feit dat dit heel vervelend is voor de klant, kan het uren of zelfs dagen kosten voordat het geconstateerde defect is verholpen.”

En daarom kun je beter een keer te veel dan te weinig testen, wil Cornelis maar zeggen. “Soms ontdek je de vreemdste dingen. Een tijdje geleden gaf een orgel bijvoorbeeld een storing als je een pedaaltoets ingedrukt hield terwijl je het orgel inschakelde. Heel af en toe ontdekken we ook zogenoemde spooktoetsen. Dat betekent dat bij het indrukken van een bepaalde toetscombinatie, het orgel rare geluiden produceert. Het zijn unieke dingen, die je alleen op het spoor komt door uitvoerig te controleren. Met een kleine aanpassing van de software zijn de defecten meestal eenvoudig te verhelpen.”

Hoeveel tijd Cornelis per orgel besteedt? “Moeilijk te zeggen. Alle orgels worden door twee afzonderlijke eindtesters geïnspecteerd. Met een instapmodel kun je in anderhalf uur klaar zijn, met een groter orgel ben je langer bezig. Maar het hangt natuurlijk ook allemaal af van het aantal en de aard van de afwijkingen die je vindt.”

Orgels bouwen is een teamprestatie

Als iedereen in de productieketen z’n werk zo goed mogelijk doet, hebben Cornelis en de andere eindtesters een uitsluitend controlerende functie. “Maar”, zegt Cornelis, “orgels bouwen is mensenwerk. En waar mensen werken, gaan weleens dingen fout. Ik vind het een mooi gegeven dat we, allemaal op onze eigen plek, een steentje bijdragen aan het eindproduct. Orgels maken is echt een teamprestatie. Allerlei vormen van kennis, vaardigheden en ervaring komen in dit instrument samen.”

Heel af en toe gebeurt het dat klanten naar Johannus komen om aanwezig te zijn bij de eindtest. Cornelis begrijpt dat heel goed. “Het kan voor klanten een enorme investering zijn. Logisch dat je de keuring dan wilt meemaken. Voor de organist is het meestal de eerste ‘ontmoeting’ met hun nieuwe instrument. Persoonlijk vind ik het heel leuk om op die manier contact met de eindgebruiker te hebben. Zo krijg je nog meer gevoel of emotie bij het werk dat je doet, want jij en je klant delen dezelfde passie: het orgel.”

Het orgel als verbindende factor

En dat is ook precies waarom Cornelis al twintig jaar met zoveel plezier bij Johannus, tegenwoordig onderdeel van de Global Organ Group, werkt. “De verbindende factor tussen alle mensen die hier binnenstappen, is het orgel. Dealers, collega’s, de klanten op open dagen, jonge organisten tijdens het Feike Asma Concours: ze houden allemaal van het orgel. Ik begrijp die taal ook heel goed. Op zondag begeleid ik de samenzang in een kerk en als kind ging ik al graag naar orgelconcerten, onder andere van Klaas Jan Mulder. Mijn orgellessen kreeg ik van Peter Eilander. Ik nam eens per week de bus van Barneveld naar Twello. De reis kostte me heen twee uur en terug twee uur, en tussendoor had ik een uurtje les.”

Cornelis kan er mede daarom erg van genieten als hij ontluikende talenten ontmoet tijdens het jaarlijkse Feike Asma Concours, dat hij zelf jarenlang mede organiseerde. “Je ziet kleine jochies die meekomen met hun oudere broer. Ze kijken om zich heen en zijn helemaal onder de indruk van alles wat ze zien en horen. Vervolgens kom je die jongens een paar jaar later weer tegen, en dan zijn ze zelf deelnemer. Soms horen we van oud-deelnemers dat ze zijn doorgestroomd naar het conservatorium en dat ze professioneel organist zijn. Ik vind het heel mooi dat wij op een bepaalde manier misschien een kleine rol hebben gespeeld in die ontwikkeling.”

Lees ook:Het Gezicht van Johannus, afl. 1: Dirk zag Johannus uitgroeien tot wereldwijd marktleider

Het Gezicht van Johannus, afl. 2: Als Gerald de onderdelen bij Johannus heeft afgeleverd, is Dirk-Jan de eerste die gaat sleutelen