Johannus

Het Gezicht van Johannus, afl. 9: Bertus is bewaker van het hoogwaardige Johannus-geluid

Man met wit overhemd die op laptop kijkt terwijl hij aan orgel zit

Het geluid van Johannus is wereldberoemd. Hoe komt het eigenlijk tot stand? En wat maakt dat geluid zo bijzonder? Bertus Lap geeft een kijkje in de muzikale keuken van de Global Organ Group. “Dikwijls raken mensen geëmotioneerd als ze hun nieuwe orgel voor het eerst horen spelen. Op zulke momenten realiseer je je dat je écht iets toevoegt aan de muzikale beleving van de mensen”

Het is al vaak gezegd, maar geluidstechnicus Bertus Lap van de Global Organ Group kan het niet genoeg benadrukken: het geluid in digitale orgels is een zo getrouw mogelijke weergave van het pijporgelgeluid, maar het bespelen van een authentiek pijporgel is en blijft een unieke ervaring. Binnen die marges doet Bertus met zijn geluidsteam al het mogelijke om huiskamer- en kerkorganisten een geluidsbeleving op het hoogste niveau te bieden.

Dat proces, legt Bertus uit, begint in een kerk. Voor een aantal nachten wordt een kerk afgehuurd, zodat er op locatie opgenomen kan worden.

Ruim veertig orgels over de hele wereld

De opnames vinden plaats in zeer uiteenlopende kerken met evenzoveel verschillende orgels, zegt Bertus. “Op die manier hebben we de afgelopen jaren zo’n veertig orgels aan onze bibliotheek toegevoegd, in stijlen variërend van Frans-symfonisch tot Duits-barok, en van romantisch tot historisch. In onze LiVE-serie gebruiken we de opnames van complete orgels. In andere orgels maken we, al dan niet op basis van de wensen van de klant, combinaties van stemmen uit verschillende orgels.”

Tussen de opnames zitten veel orgels van Nederlandse kerken, maar inmiddels is Bertus met z’n team al de halve wereld over gereisd. Met name in Amerika en in veel Europese landen nam hij orgels op. “Het is iedere keer weer bijzonder om zo’n schitterend, historisch pijporgel op te nemen. Dat je aan de slag mag gaan met orgels die gebouwd zijn door bijvoorbeeld Cavaillé-Coll, Silbermann en Vater-Müller, is een jongensdroom die uitkomt.”

Een robot achter de klavieren

Hoe gaat zo’n opname eigenlijk in z’n werk? “We gebruiken hoogwaardige opnameapparatuur die we in de regel ’s avonds opbouwen in de betreffende kerk”, legt Bertus uit. “De microfoons – acht stuks in totaal – zetten we op verschillende posities in de kerk, met een aantal zo dicht mogelijk tegen het orgelfront aan, zodat we de informatie heel gedetailleerd oppikken. Door op verschillende posities in de kerk opnames te maken, kunnen we de opnames gebruiken voor alle toepassingen en zijn we ook voorbereid op de toekomst. Op die manier registreren we het oorspronkelijke geluid op de meest nauwkeurige wijze.”

Rond een uur of negen ’s avonds begint het opnameteam met de registratie van de eerste stemmen. “Voorheen moesten we zelf de toetsen één voor één indrukken, tegenwoordig hebben we daar een robot voor. Elke stem wordt toets voor toets opgenomen, met een duur van tien seconden per pijp.”

Geroezemoes en rondrijdende scooters

Waarom gebeurt de opname eigenlijk ’s nachts? “We starten met de hardste stemmen, omdat je halverwege de avond nog best wat last kunt hebben van een rondrijdende scooter of geroezemoes op een plein. Naarmate de nacht vordert, wordt het steeds stiller in de kerk en kun je ook de zachtere fluiten en prestanten opnemen. Gemiddeld doen we zo’n dertig stemmen per nacht.”

Vermeldenswaard, zegt Bertus, is dat klank en galm afzonderlijk van elkaar worden opgenomen. “Doordat we elke toets separaat opnemen, kunnen we alle toetsen naderhand afzonderlijk koppelen aan de galm. Dat is een complex proces, maar het levert wel enorme voordelen op. Het belangrijkste is dat we de scherpte en de zuiverheid behouden van het oorspronkelijke pijporgelgeluid. Met de authentieke galm bootsen we vervolgens het gewenste akoestische effect na.

Dankzij deze opnametechniek kunnen organisten achter hun digitale orgel zelf de gewenste ‘galmpositie’ in de kerk bepalen: horen ze het orgel het liefst zoals dat op de orgelbank van een pijporgel klinkt, geven ze voorkeur aan het geluid dicht bij het front, spelen ze liever vanuit het midden van de kerk, of kiezen ze toch voor een positie achter de galmstraal? “We nemen de galm op vier posities op. Door de verschillen in deze opnamen grondig te analyseren, kunnen we heel nauwkeurig zien welk effect de galm op de oorspronkelijke klank heeft. Met deze informatie zijn we in staat de klank zo natuurgetrouw mogelijk te reproduceren.”

Kist vol authentieke orgelgeluiden

Na een nacht hard werken gaat het opnameteam van Johannus met een hele kist vol authentieke orgelgeluiden weer naar huis. Dan wacht de grootste klus: het bewerken en ‘schoonmaken’ (onder andere het verwijderen van achtergrondgeluid) van de opgenomen samples.

Zodra dat gedaan is, volgt er een compilatie en selectie van stemmen en worden deze gekoppeld aan de daarbij behorende galm. Vervolgens worden ze in de stemmenkaart geplaatst. Feitelijk is dat een omzetting van computertaal naar machinetaal, zodat het moederbord van het orgel de stemmen kan uitlezen en afspelen. Dan is het tijd voor de audio-afregeling en intonatie: met behulp van zelf ontwikkelde intonatie- en audiosoftware worden bijvoorbeeld de luidsprekers stuk voor stuk in de juiste balans gebracht.

Tot slot wordt het geluid verrijkt met natuurlijke effecten vanuit het pijporgel. Denk bijvoorbeeld aan windziekte, een fenomeen dat optreedt bij het pijporgel wanneer tegelijkertijd veel toetsen worden ingedrukt. Er ontstaat dan een tijdelijk tekort aan wind, waardoor de tonen iets verlaagd worden. “Door toevoeging van dit soort elementen maken we het geluid levensecht.”

Intonatie op locatie

Een van de facetten van het werk is ook het intoneren op locatie. “Die reizen zijn natuurlijk de kersen op de taart” aldus Bertus. Samen met collega Vincent van Os reist hij de hele wereld over om orgels te plaatsen en in te regelen. “Naast het avontuur dat reizen met zich mee brengt, is het fantastisch om te zien hoe mensen onder de indruk raken van de overweldigende klank van een goed afgeregeld orgel. Dikwijls raken mensen geëmotioneerd als ze hun nieuwe orgel voor het eerst horen spelen. Op dat moment realiseer je je dat je écht iets toevoegt aan de muzikale beleving van de mensen.”

Heel scherp audiobewustzijn

Zowel aan de ingang als aan de uitgang is Bertus bewaker van het geluid. “Het vergt een heel scherp audiobewustzijn”, zegt hij. “Vanochtend bespeelde ik een orgel, toen ik ineens iets hoorde wat niet klopte. Wat precies, dat wist ik nog niet. Maar ik heb geleerd mijn gehoor heel serieus te nemen en tot op de bodem uit te zoeken wat er aan de hand is. Op die manier halen we oneffenheden uit het geluid én maken we het geluid elke dag beter. In het orgel waarop ik speelde bleek een verkeerde galmkaart te zitten, waardoor het klankbeeld uit balans was. Om zoiets te horen, moet je heel precies luisteren.”

De voortdurende perfectionering heeft het geluid inmiddels tot grote hoogten opgestuwd. “Op dit niveau kunnen we echt wel een poos vooruit. Maar dat betekent niet dat we stil zitten. Er liggen nog eindeloos veel ideeën op de plank voor verbetering en verfijning.”