Johannus

Orgelklanken in de nacht (deel 2)

Wilt u ook weleens weten waar het wereldberoemde Johannusgeluid vandaan komt? Neem een kijkje in de muzikale keuken van Johannus.

Het geluid van Johannus is wereldberoemd. Overal ter wereld zwichten organisten voor de fenomenale pijporgelklanken van onze digitale orgels. Wat maakt het Johannusgeluid bijzonder? En hoe komt het eigenlijk tot stand? Een kijkje in onze muzikale keuken. Vandaag deel 2: de bewerking.

In deel 1 legde geluidstechnicus Bertus Lap uit hoe een opname van pijporgelklanken en –galmen in zijn werk gaat. Hij vertelde hoe het team van Johannus in het holst van de nacht in een kerk de toetsen van het orgel één voor één opneemt, en hoe de galm vervolgens afzonderlijk wordt geregistreerd. Met een hele kist vol geluid trekt Bertus bij het ochtendgloren de deur van de kerk achter zich dicht. Zo, de opname zit erop.

Gevoel en techniek

Bertus vertelt graag verder over het grote karwei dat nu wacht: de bewerking van alle opgenomen samples. “Als je zo’n opname aan het maken bent, krijg je een bepaald gevoel bij het orgel, bij de sfeer van de kerk. Het is voor mij de uitdaging om dat gevoel mee te nemen in het verdere traject. Daarnaast komt er natuurlijk gewoon een hele portie techniek bij kijken om de samples in hun originele staat terug te brengen, met dat verschil dat het dan digitale stemmen zijn.”

Dat begint heel basaal door alle fysieke pijpen in de digitale kopie weer terug te plaatsen op hun oorspronkelijke positie, legt Bertus uit. “In de regel maken we foto’s van de orgelkas, zodat we exact weten welke pijpen waar staan. Voor het geluid maakt het verschil of een pijp voor- of achterin de kas staat. In het uiteindelijke orgel van Johannus laten we die positionering nauwkeurig terughoren.”

Samples schoonmaken

Een nogal omvangrijke klus is vervolgens het schoonmaken van de samples. “Hoe goed je opname ook is, er is altijd sprake van ruis. Je hoort bijvoorbeeld de windmotor terug, of geluidjes van buiten. Het is nooit helemaal stil in een kerk. Als je één sample beluistert, valt die ruis niet zo op, maar we stoppen er gemiddeld zo’n drieduizend in een orgel. De ruis wordt dan elke keer versterkt. Dat kan echt niet. Daarom filteren we alle omgevingsinvloed weg.”

Deze schoonmaak vraagt om zeer geavanceerde software, vertelt Bertus. “Elke sample bestaat uit verschillende harmonischen, wat eigenlijk een soort deeltoontjes zijn binnen de overkoepelende toon die je hoort. Denk aan een grondtoon, de tweede harmonische (die een octaaf hoger ligt), de derde harmonische (die drie keer de frequentie van de grondtoon is) en noem maar op. Per sample verschilt het aantal harmonischen; een trompet kan er wel honderd hebben. Met onze apparatuur zijn we in staat elke sample per harmonische te ontleden en aan te passen. Daarnaast kunnen we het geluid ook helemaal isoleren van z’n omgeving, waardoor we echt dat oorspronkelijke, loepzuivere geluid overhouden.”

Een andere uitdaging is het om de opname van tien seconden per sample zonder tik te verlengen. “Dat doen we door een loop te maken. We zoeken twee punten in het fragment die exact dezelfde frequentie hebben, en koppelen die aan elkaar. Op die manier ontstaat er een egale toon, die je oneindig lang ingedrukt kunt houden, zonder dat je een overgangstik hoort.”

Natuurlijke toevoegingen

Als dit soort handelingen is verricht, worden de tonen verrijkt met natuurlijke toevoegingen vanuit het pijporgel die het geluid nóg authentieker maken. Een van die elementen is windziekte, een fenomeen dat optreedt bij het pijporgel wanneer tegelijkertijd veel toetsen worden ingedrukt. Er ontstaat dan een tijdelijk tekort aan wind, waardoor de tonen iets verlaagd worden. Een ander effect dat nauwkeurig wordt gesimuleerd is de tremulant.

Ten slotte wordt de afzonderlijk opgenomen galm aan de stemmen toegevoegd. Er volgt een compilatie en selectie van stemmen en vervolgens worden deze in de stemmenkaart geplaatst. Feitelijk is dat een omzetting van computertaal naar machinetaal, zodat het moederboard van het Johannusorgel de stemmen kan uitlezen. Met deze koppeling van schoongemaakte en gefinetunede samples aan de toetsen van het Johannusorgel, is de route van kerkorgelpijp naar digitale stem afgelegd.

Realtime sampling

“Het mooie van onze techniek is dat we gebruik maken van realtime sampling. Dat betekent niets meer en niets minder dan dat je op een Johannusorgel het exacte geluid afspeelt van het opgenomen pijporgel. Er is niets gegenereerd, er is niets synthetisch; wat je hoort, is het exacte gedrag en geluid van de oorspronkelijke pijpen. Een andere onderscheidende eigenschap is de separate opname van klank en galm, daardoor is het eindresultaat beter dan dat van bijvoorbeeld simulatoroplossingen of andere orgelsoftware op de markt.”

Bertus haast zich te zeggen dat met de perfecte samples het Johannusgeluid eigenlijk nog niet helemaal voltooid is. “Om het geluid mooi te laten klinken, is een goed doordachte speakerconfiguratie van belang. We besteden veel aandacht aan kwesties als het aantal kanalen, het soort versterkers, audioconfiguratie en intonatie. Die combinatie van oorspronkelijke pijporgelklanken en uitmuntende techniek geeft onze orgels uiteindelijk het wereldberoemde Johannusgeluid.”